Stemmen uit de wereld van dak- en thuisloosheid

Wat schuilt er achter de cijfers? Wanneer we spreken over dak- en thuisloosheid, worden we vaak geconfronteerd met statistieken – koude, harde getallen. Er zijn meer dan 13.000 volwassenen dakloos en meer dan 5.000 kinderen.

In onze poging om licht te werpen op deze vaak vergeten wereld, leunen we niet enkel op statistieken. We luisteren naar de stemmen van zij die elke dag leven in de harde realiteit van dak- en thuisloosheid. Van de jonge student die worstelt om zijn studie voort te zetten, tot de oudere vrouw die haar thuis verloor en botst op een onbetaalbare huurmarkt.

Via gesprekken met sociale werkers van diverse organisaties kregen we een inkijk in de wereld van dak- en thuislozen in Vlaanderen.


Op het randje

Leven op de rand van de armoede is een leven onder constante spanning. We horen verhalen van mensen die er alles aan doen om boven water te blijven, maar door omstandigheden toch opnieuw in een negatieve spiraal komen. Je hebt slechts een kleine duwtje nodig…

Een getuigenis van Bakre Karkosh

Laat me kort mijn verhaal vertellen…

Mijn naam is Bakre Karkosh, 55 jaar. In 2015 kwam ik aan in België, nadat ik de oorlog uit Syrië was ontvlucht. In 2016 schreef ik me in voor een sociale woning. Toen werd me verteld dat ik 5 jaar moest wachten. Gelukkig vond ik een appartement op de private huurmarkt in Antwerpen dat net betaalbaar was. Na 5 jaar wachten op een sociale woning, werd de wachttijd verlengd tot 8 jaar. Nu de 8 jaar verstreken is, heb ik vorige week opnieuw geïnformeerd bij de Woonwinkel van Woonhaven met de vraag wanneer ik een woning zou toegewezen krijgen. Zij vertelden me dat ik nog 2 jaar zou moeten wachten.

Een enorme teleurstelling want intussen heb ik een opzegbrief ontvangen van mijn huidige huisbaas en moet ik eind augustus mijn woning verlaten. De woning werd onbewoonbaar verklaard en mijn huisbaas moet renovaties doen in het gebouw. Ik kan dus niet blijven, alle bewoners moeten weg.

Sindsdien ben ik hopeloos op zoek naar een andere private huurwoning maar de zoektocht is vreselijk moeilijk. Ik maak gewoon geen kans. Ik heb al op een 10-tal advertenties gereageerd maar ik krijg nergens een afspraak voor bezichtiging omdat ik werkloos ben. Vanaf ze aan telefoon horen dat ik leefloon ontvang, haakt de verhuurder of de immomakelaar in. Dat is oneerlijk. Ik ben een goede huurder en betaal altijd correct. Ik zet me bijna dagelijks in als vrijwilliger binnen verschillende werkingen zoals SAAMO en Madam Fortuna. Ik draag mijn steentje bij in deze samenleving maar omwille van gezondheidsredenen ben ik niet in staat om te werken. Dat heeft mijn dokter bevestigd, ik heb een ziekteattest dat dit kan aantonen. Verdien ik daarom dan geen thuis en onderdak?

Bovendien zijn er haast geen goede betaalbare woningen op de private huurmarkt. Zelfs als ik een woning zou vinden, zal die hoogstwaarschijnlijk van slechte kwaliteit zijn omdat de goede huurwoningen onbetaalbaar zijn voor mij.

Vanuit de Stad zou ik ook recht hebben op ondersteuning bij het zoeken van een woning via Woonbegeleiding maar de contactpersoon die me is toegewezen is nooit bereikbaar. Op die ondersteuning kan ik dus niet rekenen.

Nu leef ik elke dag met grote kopzorgen en vrees ik dat ik op straat zal belanden. Waar kan ik naartoe? Waarom moet ik nog steeds wachten op een sociale woning? Is mijn situatie niet schrijnend genoeg om dringend een sociale woning toegewezen te krijgen?

Mijn recht op wonen wordt geschonden en dat zou niet mogen in een democratisch land als België.”


Kinderen in dak- en thuisloosheid

Om je kinderen uit de dak- en thuisloosheid te houden breng je ze onder bij verschillende familieleden. Deze beslissing, hoewel gemaakt uit liefde en de wil om kinderen te beschermen tegen de harde realiteit van de nachtopvang, komt met zijn eigen reeks uitdagingen. Het gezin valt vaak beetje bij beetje meer uit elkaar. Voor kinderen creëert deze versnippering van hun leven een gevoel van instabiliteit en onzekerheid, wat kan leiden tot langdurige emotionele en psychologische gevolgen.

Kinderen op school

Op een bepaald moment begint het onvermijdelijke zich te manifesteren: het gedrag van kinderen die leven in  dak- en thuisloosheid begint te veranderen. Deze subtiele en soms minder subtiele veranderingen zijn de stille signalen, veroorzaakt door een leven in constante onzekerheid en stress. Ze verliezen hun agenda, hun kleren ruiken niet fris, en achter deze kleine tekenen schuilt een veel grotere realiteit: ze leven onder constante druk.

“We gaan naar een huis kijken,” een zin die hoop suggereert maar tegelijkertijd een diepe onzekerheid herbergt. Het is een gesprek dat geen enkel kind zou moeten voeren, noch zou moeten horen. Het legt een gewicht op hun schouders dat veel te zwaar is voor hun leeftijd, en dwingt hen om geconfronteerd te worden met deze problematieken ver voordat ze daar klaar voor zijn.


Een leven op pauze

“Een leven op pauze”: een uitdrukking die de stagnatie en frustratie vat die zo veel mensen ervaren wanneer ze geconfronteerd worden met dak- en thuisloosheid.

In het midden van deze strijd staat de wens om meer mentale en financiële ruimte te hebben, om bij te dragen aan de samenleving en een beter leven op te bouwen. De instabiele woonsituatie vormt echter een bijna onoverkomelijke barrière, waardoor elke poging om vooruit te komen weer teniet wordt gedaan. Het is een vicieuze cirkel van proberen en falen, niet door gebrek aan inzet of wilskracht, maar door een systeem dat niet uitgerust lijkt om te correct te ondersteunen wanneer dit het meest nodig is. Overnachten in de nachtopvang of bij vrienden is geen oplossing.


Gekraakt na 6 maanden

Je ziet vaak mensen die na 6 maanden volledig op zijn.” – Sociaal werker nachtopvang

Wanneer je dak- of thuisloos wordt denk je: “Dit is voor even, ik ga mijn leven terug op de rails krijgen’. Maar na meerdere maanden is er van die hoop geen sprake meer. Omdat je blijft botsen, op een systeem dat je lijkt tegen te werken en op die huurmarkt, die voor jou de deuren gesloten houdt.

Dit zet je al snel op het pad van drank en drugs. Sommigen komen het eerst de nachtopvang binnen met een anti-drugs mindset, maar na een aantal maanden kom je ze onder invloed tegen en zijn ze volledig op. Want je past je aan, je probeert te overleven en je volgt zij met ervaring, die nog weten te overleven. En het is dan een hele strijd om je niet te verliezen in drank en drugs.

We zien dat mensen met een verslaving een groeiende groep zijn binnen de dak- en thuislozen.

Je ziet mensen week na week achteruitgaan.

Een meisje van 16 jaar vertelt ons hoe ze geen fantasie of dromen meer heeft: “Dat is allemaal weg“. Dit is wat dit leven met je doet. Niet alleen heeft het een zware lichamelijke tol, het breekt je volledig. Het gaat niet om positief denken, want negativiteit is nu eenmaal de realiteit. Dit kan je niet van je afzetten. Het is verbergen en verdergaan.

Als we door het station lopen of over het stadsplein dan zien we het terugkerende beeld van mensen zonder veilige slaapplek. Maar dit is slechts het topje van de ijsberg. Ga naar de nachtopvang en je ziet alle leeftijden, alle achtergronden.


Rechten… meer nood, maar minder toegankelijk

Het is net wanneer je kwetsbaarder bent, dat je rechten van groot belang zijn. Voor dak- en thuislozen is het kunnen realiseren van hun rechten echter geen evidentie. Zij botsen op administratieve muren en opgelegde beperkingen.

Zo is er de regioafbakening. Om gebruik te mogen maken van een opvang, moet je kunnen aantonen dat je al een aantal maanden in de stad verblijft. Voor mensen met een vaste woonplaats lijkt dit geen probleem. Maar hop je van zetel naar zetel, van vriend naar kennis, van stad naar stad, dan is deze regioafbakening opnieuw een drempel die erbij komt. Een drempel om aanspraak te kunnen doen op je rechten.

Rechten zouden er automatisch moeten zijn. Op papier hebben we die allemaal. Maar in de praktijk, in de realiteit, van dag tot dag is dit toch nog een ander verhaal. Het beleid vraagt steeds meer van mensen, meer plichten die komen te staan tegenover weinig toegankelijke rechten. Meer drempels.

Ook voor iets fundamenteel als geestelijke gezondheidszorg botsen dak- en thuislozen op deze drempels en is het hebben van een adres noodzakelijk. “Ik zie dat je op bent, dat je het niet meer ziet zitten, maar hou vol tot je een adres hebt”. Meer kunnen we niet zeggen. Hou vol en wacht, wacht op Godot.


Wachten op Godot

Er worden vanuit het middenveld steeds weer nieuwe initiatieven en projecten opgestart. Om te kunnen antwoorden op steeds diverser en complexer wordende uitdagingen. Maar steeds botsen we op dezelfde hoge muren en de private huurmarkt houdt haar deuren gesloten.

Buddy’s die helpen zoeken naar een woning zijn er genoeg, maar er zijn geen huizen.” Woonzoekinitiatieven zijn belangrijk, maar het blijft zoeken naar spelden in een hooiberg. Een vrijwilliger vertelt over haar zoektocht naar een klein appartementje. Zeven maanden duurde deze zoektocht en dit is geen alleenstaand geval, maar de regel.  


De opvang zit vol

Jij ziet eruit alsof je wel een nacht op straat kan blijven.” Als hulpverlener in de noodopvang moet je vaak keuzes maken. Wie help je en wie stuur je terug de straat op? Want de opvang is vaak volzet. Mensen moeten daardoor op de gang slapen. Voor anderen gaat de deur dicht.

Meestal breekt er dan iemands hart en bellen we ons eigen netwerk.” Als hulpverlener is het moeilijk te begrenzen en ook al is het cynisch, tijdens de winter help je mensen om te overleven in hun tentje. Je geeft hen duct tape en touw, een slaapzak,…

En ook de buren houden een oogje in het zeil.We weten dat daklozen hier op het pleintje slapen. Want één van de buren doet ‘s nachts zijn ronde om te kijken of ze niet doodvriezen.


Stopt dit in 2030?

België onderschreef de verklaring van Lissabon waarin de lidstaten zich erop toeleggen om dak- en thuisloosheid op te lossen tegen 2030. Via een doorgedreven preventiebeleid om uithuiszettingen te voorkomen en via woongerichte oplossingen is die doelstelling geen utopie. Woonzaak eist de uitroeiing van dak- en thuisloosheid in Vlaanderen tegen 2030 via een woongerichte aanpak.

We hebben nood aan een duurzaam beleid. Aan politici die verder denken dan de korte termijn. Aan een beleid dat zorgt voor structurele wijzigingen. Want we zijn zware kosten aan het maken naar de toekomst toe.


Met dank aan Betonne Jeugd, SAAMO Antwerpen, Welzijnszorg, ATD Vierde Wereld, de Fontein, CAW, Gent Samen Solidair, Orbit vzw, SAAMO Gent en heel wat andere geëngageerde organisaties.